Ik was, aan U verpand,
In onschuld mijne hand,
Mijn hart springt in mij op, o HEER’,
Wanneer ik, met Uw scharen,
Verschijn voor Uw altaren,
En U met offergaven eer.
Daar wordt Uw lof verbreid,
O Oppermajesteit,
Door mij, die U bemin en acht.
Daar zal mijn stem U prijzen,
Voor al de gunstbewijzen,
Voor al de wond’ren Uwer macht.
Wat blijdschap smaakt mijn ziel,
Wanneer ik voor U kniel,
In ’t huis, dat Gij U hebt gesticht!
Hoe lief heb ik Uw woning,
De tent, o Hemelkoning,
Die G’, U ter eer, hebt opgericht!
Wanneer g’ uw arm verheft,
Den snoden zondaar treft;
Wees Gij dan, HEER’, mijn Toeverlaat.
Doe mij met hem niet sneven;
O neen, behoed mijn leven,
Als Gij den man des bloeds verslaat.
Doe mij niet mee vergaan
Met hen, die U weerstaan;
Wier hart steeds schand’lijk misdrijf kweekt;
Die trouw en plicht verachten,
En ’t recht om goud verkrachten,
Als d’ onschuld om bescherming smeekt.
Maar ik, ik ben oprecht;
Verlos dan Uwen knecht,
Van ’t ongeval, dat hem genaakt,
Wil mij in gunst gedenken,
Mij Uw genade schenken.
Zo wordt door U mijn heil volmaakt.
Nu stap ik rustig aan;
’k Betreed een effen baan:
Mijn God verhoort nu mijn gebed,
’k Zal Hem, met blijde klanken,
In Zijn vergaad’ring danken,
Wanneer Zijn gunst mij heeft gered.
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010. Bijbelvertaling aanpassen
Onberijmd: David, berijmd: Genootschap Laus Deo, Salus Populo
Een psalm van David. Hij leeft oprecht en vertrouwt op God en bidt God om hem recht te doen en hem te verlossen.
Momenteel is deze website in bèta-versie beschikbaar. U kunt al wel gebruik maken van deze website. In de komende maanden worden moeilijke en verouderde woorden in de klassieke liturgische formulieren voorzien van uitleg. Help mee en ondersteun deze werkzaamheden.