Geeft d’ eer aan ’t eeuwig Opperwezen;
Zijn Naam wordt nooit genoeg geprezen.
Verheft Zijn deugden, blij te moe;
Brengt in Zijn huis Hem offer toe,
Hem, Die de volken moeten vrezen.
Aanbidt Hem need’rig al uw leven,
Hem, Die, in ’t heiligdom verheven,
Een Godd’lijk licht van zich verspreidt;
Leer, aarde, voor Zijn majesteit,
Leer voor Zijn Aangezichte beven.
Zegt, om de heid’nen te verlichten;
“De HEER’ regeert, Die d’ aard’ wou stichten;
Dies zij, bevestigd t’ allen stond,
Nooit wank’len zal op haren grond.
Hij zal naar ’t recht de volken richten”.
Dat zich de hemelen verblijden;
Verheugd zij d’ aard’, aan alle zijden;
Verheugd de volheid van de zee.
Het veld spring’ op met al het vee,
En ’t woud moet juichend God belijden.
’t Juich al voor ’t aangezicht des HEEREN.
Hij komt, die d’ aarde zal regeren
En richten vol van majesteit:
De wereld zal gerechtigheid,
Het mensdom Zijne waarheid eren.
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010. Bijbelvertaling aanpassen
Onberijmd: Onbekend, berijmd: Johannes Eusebius Voet
Een lied dat bezingt hoe Gods koningschap over heel de schepping betekent dat alle soorten mensen Hem moeten loven en vereren. De psalm heeft drie delen, die elk beginnen met een bevel ('zing', 'geef' en 'zeg'). De algemene oproep tot aanbidding en dat God komt om recht te spreken loopt vooruit op de messiaanse tijd.
Momenteel is deze website in bèta-versie beschikbaar. U kunt al wel gebruik maken van deze website. In de komende maanden worden moeilijke en verouderde woorden in de klassieke liturgische formulieren voorzien van uitleg. Help mee en ondersteun deze werkzaamheden.