Looft God, zingt eeuwig ’s HEEREN lof,
Gij, die in ’t glansrijk hemelhof,
Die in de hoogste plaatsen woont.
Waar God u Zijn nabijheid toont;
Looft Hem, gij eng’len, legermachten,
Die op Zijn wil en wenk blijft wachten
Looft, held’re sterren, maan en zon,
Looft d’ Almacht, looft der lichten Bron.
Verbazend hof van d’ Opperheer,
Gij, hoogste hemel, zing Zijn eer;
Gij wateren, die uit de lucht,
Uw dropp’len stort op veld en vrucht,
Looft allen, looft Hem met gezangen,
Hem, die u ’t wezen deed ontvangen,
Die u een perk, niet t’ overtreên,
Gesteld heeft door all’ eeuwen heen!
Loof aarde, loof Gods wonderdaân;
Gij, walvis, grondlooz’ oceaan;
Gij, sneeuw en hagel, damp en gloed;
Gij, stormwind, die Zijn last voldoet;
Gij, bergen, heuvels, landen, stromen;
Gij, dierb’re vrucht- en cederbomen;
Looft, looft des Scheppers oppermacht,
Die u uit niets heeft voortgebracht.
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010. Bijbelvertaling aanpassen
Deze lofzang spoort iedereen op aarde en in de hemel aan om God te loven om Zijn verheven majesteit en de verhoging van Zijn volk Israël.
Momenteel is deze website in bèta-versie beschikbaar. U kunt al wel gebruik maken van deze website. In de komende maanden worden moeilijke en verouderde woorden (in de psalmberijming van 1773 en de klassieke liturgische formulieren) voorzien van uitleg. Help mee en ondersteun deze werkzaamheden.