1

Wil, o God, mijn bede horen;
Neig Uw oren
Naar mijn zuchten en geween.
In veraf gelegen streken,
Schier bezweken,
Zoek ik heul bij U alleen.

2

Leid mij, HEER’; ik zou in ’t stijgen
Nederzijgen;
Leid mij op een hoge rots,
Wil mij tot een toevlucht wezen,
Als voordezen,
’s Vijands wreed geweld ten trots.

3

’k Zal in Uwe tent verkeren,
HEERder heren,
Voor Uw oog, in eeuwigheid.
’k Zal op U mijn vast vertrouwen
Altoos bouwen,
Door Uw vleug’len overspreid.

4

Want Uw goedheid, die wij loven,
Heeft van boven
Mijn geloft’ en beê gehoord.
Gij deedt mij tot d’ erf’nis komen
Van de vromen,
Wien de vrees Uws Naams bekoort.

5

Gij zult nieuwe dagen voegen,
Vol genoegen,
Bij des konings levenstijd.
Zijner jaren tal vermeren,
in ’t regeren,
Door Uw gunst van ramp bevrijd.

6

Hij zal eeuwig in vermogen,
Voor Uw ogen,
Zitten op zijn troon, o Heer’.
Zend Uw waarheid, Uw ontferming
Ter bescherming;
Zend ze tot zijn wachters neer.

7

’k Zal dan door mijn blijde galmen,
Door mijn psalmen,
Loven Uwe Majesteit;
Mijn geloften U betalen,
Menigmalen
Plechtig aan U toegezeid.

WDogMQpUOiBQc2FsbSA2MTozCk06IEMKTDogMS80CkM6IGh5cG8tZG9yaXNjaApTOiDCqSAyMDI0IC0gbGl0dXJnaWUubnUKUTogMTQwCiUlTUlESSBwcm9ncmFtIDE2Cks6IEcKRTIgQSBBIEcgYzIgQiBBMiBHIHwKdzrigJlrflphbCBpbiBVLXdlIHRlbnQgdmVyLWtlLXJlbiwKYzIgQiBBMiBHMiB6MiB8Cnc6SEVFUuKAmSBkZXIgaGUtcmVuLApFMiBHMiBFIEEgQSBeRyBBMiB8Cnc6Vm9vciBVdyBvb2csIGluIGVldS13aWctaGVpZC4KQTIgRTIgQSBBIEcgRyBGMiBFIHoyIHwKdzrigJlrflphbCBvcCBVIG1pam4gdmFzdCB2ZXItdHJvdS13ZW4KQTIgQiBjMiBCMiB8Cnc6QWwtdG9vcyBib3Utd2VuLApCMiBkMiBjIEIyIEEyIF5HIEEyIHoyIHxdCnc6RG9vciBVdyB2bGV1Z+KAmS1sZW4gby12ZXItc3ByZWlkLgo=

Onberijmde versie Psalm 61:1-9 (HSV) Bijbelvertaling aanpassen

  1. Een psalm van David, voor de koorleider, met een snaarinstrument.
  2. O God, luister naar mijn roepen,
    sla acht op mijn gebed.
  3. Van het einde van het land roep ik tot U,
    nu mijn hart bezwijkt;
    leid mij op een rots
    die voor mij te hoog zou zijn.
  4. Want U bent een toevlucht voor mij geweest,
    een sterke toren tegen de vijand.
  5. Ik zal in alle eeuwigheid in Uw tent verblijven,
    mijn toevlucht zoeken in de schuilplaats onder Uw vleugels.
  6. Want U, o God, hebt mijn geloften gehoord;
    U hebt mij de erfenis gegeven van wie Uw Naam vrezen.
  7. U zult dagen toevoegen aan de dagen van de koning,
    zijn jaren duren voort als van generatie op generatie.
  8. Eeuwig zal hij tronen voor Gods aangezicht.
    Beschik goedertierenheid en trouw, dat die hem beschermen.
  9. Dan zal ik voor Uw Naam voor eeuwig psalmen zingen
    om mijn geloften na te komen, dag aan dag.

Dichter:

Onberijmd: Onbekend, berijmd: Genootschap Laus Deo, Salus Populo

Samenvatting:

Smeekgebed van David waarin hij om bescherming bidt. Hij vertrouwt dat God zijn leven en koninklijke heerschappij zal verlengen.

Deze website is nog in ontwikkeling

Momenteel is deze website in bèta-versie beschikbaar. U kunt al wel gebruik maken van deze website. In de komende maanden worden moeilijke en verouderde woorden in de klassieke liturgische formulieren voorzien van uitleg. Help mee en ondersteun deze werkzaamheden.

Psalmen: 150 van 150
Formulieren: 0 van 8
Instrumentorgel
Zangwijzeritmisch
Snelheid100M50
BijbelvertalingHSV
Tekst17